DSC07693
14 aug.
Burgerparticipatie
Florerende routes
Publiekscampagne
Communicatie
In de kijker

In de kijker: van een persoonlijke passie naar een prachtig tragewegennetwerk in Lebbeke

Op zijn weg naar Dendermonde dendert de Dender ook langs Lebbeke. In die gemeente ligt ook een uitgestrekt oud tragewegennetwerk. Lebbeke was één van de eerste gemeenten die op de kar spring van de Wegspotters. Een gesprek met Nathalie Willems, die aan de wieg stond van beide: de lokale Wegspotterwerking en het tragewegenbeleid.

Hoe zijn de Wegspotters hier in Lebbeke ontstaan?

“In 2017 werd er vanuit de Provincie Oost-Vlaanderen, in samenwerking met Trage Wegen, een proefproject gelanceerd” antwoordt Nathalie. “Hier in de gemeente waren we toen al een tijdje bezig met trage wegen, maar we merkten dat we niet meteen van alle problemen rond onze trage wegen op de hoogte waren. Het leek ons dus interessant een hoop extra ogen op de trage wegen ter beschikking te hebben, zodat dat we sneller konden optreden waar nodig. Uiteindelijk werden we geselecteerd, samen met de gemeenten Laarne en Merelbeke, als een van de proefgemeenten. Dat is hier heel positief onthaald, en het heeft ons ook veel geholpen. We konden daarnaast meteen op een hoop enthousiaste vrijwilligers rekenen. Mede dankzij het feit dat ons tragewegennetwerk vrij uitgebreid en veelgebruikt is, en we met ‘De Denderklokjes’ in Lebbeke een heel actieve wandelclub hebben. Zij gebruiken de trage wegen veel, en maken ze zo bekend bij het brede publiek. Vaak horen we verhalen van Lebbekenaars die hier al tien jaar wonen, en eens komen wandelen en zo een hoop nieuwe wegjes leren kennen. Achter de lintbebouwing van Lebbeke schuilen enorm mooie wandelgebieden en open vlaktes. Dat is meteen één van de doelstellingen waarom we dit hele verhaal opgestart hebben - dat de mensen gemakkelijk de natuur in kunnen trekken langs onze trage wegen.”

Het tragewegenbeleid waar je over sprak, bestaat dat al lang in, of is dat eerder iets recent?

“Ons tragewegenbeleid begon achttien jaar geleden, toen ik net gestart was bij de milieudienst. Ik was toen nog heel jong – ik denk net 22 - en heel gedreven met een passie voor trage wegen”, vertelt Nathalie. “Het is misschien wat raar dat het tragewegenbeleid bij de milieudienst zit, maar niemand wou het eigenlijk op zich nemen. Toch stonden er elke milieuraad opnieuw enkele trage wegeltjes op de agenda. Vaak waren daar problemen mee, werden ze afgesloten, of waren ze simpelweg overgroeid. Er is bijvoorbeeld een heel mooi stukje langs de Dender, dat kwam echt bijna élke milieuraad terug. Ik ben daar dan toch is gaan kijken, en heb onze landmeter Stefan Ravijts meegesleurd (lacht). Hij doet meer de procedurele zaken, samen voeren we de onderhandelingen met de eigenaars bij het (her)openen van trage wegen, en ik hou mij vooral bezig met het onderhoud van de voetwegen in het algemeen. Dat was echt een prachtig gebied, en er lag voor een gedeelte al een buurtweg, maar die was natuurlijk afgesloten. We zijn dat beginnen uitpluizen en hebben uiteindelijk een mooie verbinding langs de Dender kunnen realiseren. Met die specifieke weg is het allemaal begonnen, en toen wisten ze bij de milieuraad dat wij twee dit konden en wilden trekken. Al snel hebben we toen beslist om het tegoei aan te pakken, en in samenwerking met Trage Wegen hebben we toen een inventarisatie opgemaakt.”

“Samen met onze burgers en stakeholders hebben we de interessante verbindingen in kaart gebracht, en die dan meteen gerealiseerd”, gaat Nathalie verder. “Iets waar we wel fier op mogen zijn, vind ik. Want vaak wordt er wel geïnventariseerd, maar blijft het daar ook bij. Dat was trouwens de reden waarom we hier in Lebbeke niet het hele grondgebied in één keer hebben geïnventariseerd, maar eerder per parochie te werk te zijn gegaan. Zo konden we net na de inventarisatie ook meteen op het terrein aan de slag gaan. Anders is dat voor de vrijwilligers die we erbij betrekken raar, dat ze de inventarisatie opmaken en dan jaren moeten wachten voor er iets mee gebeurt. Maar in die 18 jaar hebben we eigenlijk een mooie visie en een mooi beleid uitgewerkt. We zitten nu op een punt dat we blij zijn met ons tragewegennetwerk, en we niet te veel nieuwe trage wegen willen openen. Het moet immers werkbaar blijven.”

“Zonder de collega’s van de uitvoerende diensten hadden we het ook nooit kunnen doen”, sluit Nathalie af. “Ze zijn enorm gedreven als het over trage wegen gaat. In de zomer, als het maaien wat te lang op zich laat wachten, durven ze zelf te vragen om die specifieke wegeltjes te gaan maaien. Bij alle diensten staan trage wegen hoog op de agenda.”

Was het voor de Wegspotters startten moeilijker om problemen op en met de Lebbeekse trage wegen op te merken?

“Nee niet echt”, antwoordt Nathalie meteen. “Het gebeurde wel meer ad hoc. Toevallige passanten die een telefoontje deden om een hoop overgroeiende bramen te melden. Of medewerkers van de gemeente zelf die het opmerkten en doorspeelden. Het is niet dat de problemen vroeger niet gemeld werden of niet tot bij ons geraakten, maar het ging zo vlot niet als nu.”

Liep er dan vroeger meer mis, zonder vaste controle? Kleine wegjes die verdwenen bijvoorbeeld?

“Dat is inderdaad wel eens voorgevallen”, biecht Nathalie op. “Al sprongen – en springen – we er altijd direct op. Een afgesloten weg zullen we meteen gaan bespreken met de eigenaar, in het bijzijn van de politie. Dat laten wij nooit liggen. Ik hoor soms van andere gemeente dat er wat meer terughoudend wordt tewerk gegaan, maar dat begrijp ik niet goed. Voor mij is het simpel: dat wegeltje is openbaar toegankelijk, en mag niet afgesloten worden. Amen en uit.”

“We zijn er dus redelijk streng in”, voegt Nathalie toe. “De bewoners langs trage wegen, vaak de landbouwers, weten dat ondertussen ook. We gaan ook steevast ter plaatse als we een nieuwe verbinding willen creëren, en werken sterk op vertrouwen. We gaan nooit een weg openen die dwars door een perceel loopt. We verleggen die we naar de zijkant. Of de weg er moet komen, daar valt niet over te discussiëren. Maar de locatie en de inrichting, daar gaan we wel soepel mee om. En als je de breedte van de trage weg respecteert, gaan we geen palen zetten. Meestal werkt dat heel goed, al moet ik toegeven dat we af en toe toch palen hebben moeten plaatsen. We hebben ook al eens naar de rechtbank moeten trekken, vooral voor feitelijke wegen die men niet wou heropenen. Dat kan soms ambetant zijn, maar het hoort erbij zeker?”

Aloude voetwegen, verleggen jullie die ook?

“Nee nee, als een voetweg al honderd jaar door een veld loopt, laten we die daar liggen natuurlijk”, antwoordt Nathalie snel. “Het zijn eerder de nieuwe voetwegen, en de feitelijke wegen, die we snel durven verleggen.”

Wat is volgens jou het grootste voordeel aan Wegspotters?

“Je hebt meteen een paar dozijn extra ogen op je tragewegennetwerk, die veel meer kunnen monitoren dan dat we ooit zelf zouden kunnen”, vertelt Nathalie. “Een mooi voorbeeld: deze ochtend was ik met de maaiploeg aan het praten, toen ze me wezen op een boom die een beetje verder over de weg was gevallen. Wanneer ik een tijdje later terugkwam op het bureau, was de versperring ook al door een wegspotter gemeld. Als we daar ‘s ochtend niet waren geweest, hadden we dat misschien een week lang niet geweten. Je wordt gewoonweg sneller en beter op de hoogte gehouden.”